terug

De implementatie van de nieuwe cao po is een hele klus

Er is veel over te doen geweest, de nieuwe cao primair onderwijs. Sinds 10 januari 2020 is deze cao een feit, maar de implementatie is een arbeidsintensieve klus voor veel onderwijsbesturen. De deadlines zijn helder.

Zo zal het startersbeleid en het zij-instroombeleid z.s.m. op basis van de wijzigingen in de cao (hoofdstuk 3, 8A en 9) geactualiseerd moeten worden, dient voor 1 augustus 2020 met instemming van de PGMR de regeling verhuiskosten (en indien gewenst pensionkosten) en zakelijke reis- en verblijfkosten vastgesteld zijn en hebben schoolbesturen en PGMR tot uiterlijk 1 november 2020, onder de voorwaarde dat de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen met terugwerkende kracht per 1 augustus 2020 in werking treden, de tijd om de OOP- en directiefuncties te actualiseren en herwaarderen.

Een uitdaging, zeker nu de coronacrisis de nodige extra ad-hoc werkzaamheden met zich meebrengt, vindt Steven Hoyer, senior P&O adviseur bij ASKO, de grootste organisatie voor primair katholiek/oecumenisch onderwijs in Amsterdam en omstreken. We spraken hem over de voordelen en de uitdagingen die de nieuwe cao po met zich meebrengt.

Professionalisering van het onderwijs

Laten we met de voordelen beginnen. Steven: “Naast de welbekende loonsverhoging van 4,5%, die voor iedereen binnen het onderwijs geldt, ben ik heel blij dat deze cao aanzet tot verdere professionalisering van het onderwijs. Neem bijvoorbeeld het arbeidsvoorwaardengesprek dat voorafgaand aan de aanstelling verplicht wordt gesteld. Binnen ASKO voerden we deze gesprekken al, maar gedurende mijn loopbaan ben ik diverse scholen tegengekomen waar dit gesprek niet vanzelfsprekend is. Met een goed en eerlijk gesprek aan de voorkant, voorkom je teleurstelling en onbegrip achteraf. Persoonlijk vind ik dit een enorme stap voorwaarts.”

Jobhoppen voorkomen

Bij professionalisering hoort ook de vrijheid die besturen krijgen bij de inschaling van nieuwe medewerkers. Die ontwikkeling noemt Steven zorgelijk. In de oude cao waren de richtlijnen eenduidig. Iedereen wist waar hij of zij op het gebied van arbeidsvoorwaarden aan toe was en was het transparant hoe je versneld door kon groeien van startbekwaam naar basisbekwaam en vakbekwaam. De nieuwe regeling geeft schoolbesturen de ruimte om hier een eigen beleid op los te laten. Vrijheid voor schoolbesturen is fijn, maar het kan volgens Steven ook een valkuil zijn.

“Nu het schooljaar langzaam ten einde loopt en het moment van aanname van nieuwe leerkrachten aanbreekt, ben ik benieuwd hoe dit uitpakt. Zeker in steden als Amsterdam, waar het lerarentekort enorm is, zou ik willen voorkomen dat medewerkers gaan ‘shoppen’ op basis van salaris. Want daar is de kwaliteit van onderwijs te belangrijk voor”, aldus Steven. De ASKO kiest er daarom voor om vooralsnog vast te houden aan de bestaande afspraken en zich als werkgever te onderscheiden op andere vlakken. Met andere besturen in Amsterdam trekken ze samen op om hier afspraken over te maken. Steven: “Om hoogwaardig onderwijs te garanderen en te voorkomen dat leerkrachten puur en alleen op basis van arbeidsvoorwaarden gaan jobhoppen moet je samenwerken.”

''Waardering en salaris zijn nu eenmaal erg gevoelige onderwerpen, dat wil en moet je goed én onafhankelijk regelen.''

Tips voor de implementatie van het functiegebouw

De meest urgente uitdaging die de nieuwe cao met zich meebrengt is de heroverweging van het functiegebouw voor onderwijs ondersteunend personeel en directeuren vóór 1 november 2020. Binnen ASKO ziet het ernaar uit dat dit op tijd gaat lukken. Steven: “Wij hebben het geluk dat we twee jaar geleden al aanpassingen hebben gedaan voor het onderwijs ondersteunend personeel. We vonden dat er een te grote scheefgroei was en wilden dit gelijktrekken. Destijds hebben we extern advies ingewonnen om dit aan te pakken. Waardering en salaris zijn nu eenmaal erg gevoelige onderwerpen, dat wil en moet je goed én onafhankelijk regelen.”

De ASKO moet mogelijk nu alleen nog met de functies op directieniveau aan de slag. P&O-ers die nog volledig moeten starten adviseert Steven om als startpunt het beschikbare voorbeeldmateriaal te gebruiken. Steven: “Stel jezelf vragen als: past het bij ons, begrijpen we wat er staat en kunnen we er ons in vinden? Is daar een eenduidige visie op, dan is het belangrijk om een werkgroep op te starten om de functie-inrichting zo af te stemmen dat het bij de eigen organisatie aansluit. Als P&O-er heb je over het algemeen een prima zicht op de inhoud van de werkzaamheden, maar leidinggevenden weten hoe details er in de praktijk aan toe gaan.”

Communicatie is key

Staat het functiegebouw eenmaal, dan ben je er bijna. Houd qua timing ook rekening met het proces van administratieve verwerking en afstemming met de PGMR. En vergeet communicatie niet. Dit onderdeel is essentieel, zeker in een tijd als deze waarin het ook nog eens moeilijker is om elkaar fysiek te zien. “Dit is misschien wel het meest gevoelige onderwerp binnen het hele spectrum van P&O, dus moet je hier heel zorgvuldig mee omgaan. Hoe goed je het ook doet, er zijn altijd mensen die je op de een of andere manier teleur zal stellen. Zorg er daarom voor dat je duidelijk en transparant bent in communicatie. En sta klaar voor vragen.”

Al ruim 5 jaar is Steven Hoyer (senior) P&O adviseur bij ASKO Scholen. ASKO (Amsterdamse Stichting voor Katholiek, Protestants-Christelijk en Interconfessioneel Onderwijs) is de grootste organisatie voor primair katholiek/oecumenisch onderwijs in Amsterdam en omstreken. Dagelijks zetten circa 900 professionals zich in voor zo’n​ 9.200 leerlingen op 33 scholen. Met de slogan ‘De ASKO verbindt met aandacht & ambitie’ drukken zij uit dat zij in verbondenheid met elkaar, het personeel, de ouders en de samenwerkingspartners, kwalitatief goed onderwijs verzorgen.​